Dag 25 – Zijn er alternatieven voor palmolie?
Als we allemaal weten dat de productie van palmolie zo schadelijk is voor het milieu, waarom stappen we dan niet gewoon over op alternatieven? Op de website van de RSPO wordt deze vraag als volgt beantwoord:
- Het vervangen van palmolie met andere typen plantaardige olie (zoals zonnebloem-, soya- of raapzaad-olie) zou betekenen dat er veel grotere stukken land gebruikt zouden moeten worden, omdat oliepalmen 4 – 10 keer zoveel olie produceren dan andere gewassen per unit gecultiveerd land. Dit resulteert in serieuze schade voor het milieu en het risico dat er meer bossen worden omgevormd tot agricultuur.
- In producerende landen werken miljoen boeren en hun families in de palmolie sector. Palmolie speelt een belangrijke rol in het verminderen van armoede in die regio’s. In Indonesië en Maleisië verdienen 4,5 miljoen mensen hun dagelijks inkomen in de palmolie sector. Helemaal stoppen met de productie van palmolie zou significante problemen veroorzaken voor degenen die hun familie onderhouden door in deze industrie te werken.
- Het vervangen van palmolie met andere plantaardige oliën is niet altijd mogelijk vanwege de unieke eigenschappen van palmolie als ingredient voor voedsel. Andere plantaardige oliën zouden niet dezelfde textuur en smaak geven als palmolie.
Deze argumenten worden vaak door bedrijven die palmolie in hun producten gebruiken, maar helaas zelfs ook door NGO’s, klakkeloos overgenomen. Maar zijn deze argumenten wel volledig gegrond? Ik zet er mijn vraagtekens bij. In dit blog zal ik vooral ingaan op het eerste argument: “Palmolie heeft de hoogste opbrengst plantaardige olie per hectare”.
Opbrengst oliepalmen versus andere gewassen
Volgens het Indonesische ministerie van agricultuur ligt deze opbrengst voor heel Indonesië gemiddeld op 3.147 kg olie per hectare per jaar. Andere soorten plantaardige oliën die op grote schaal in monoculturen worden verbouwd zoals raapzaadolie en zonnebloemolie zitten rond de 1000 kg olie per hectare per jaar, en komen dus inderdaad niet echt in de buurt. Maar wat als we naar de opbrengst kijken van andere landbouwmethoden?
Als we bijvoorbeeld kijken naar een andere methode, waarbij verschillende boomsoorten die gemixt door elkaar worden verbouwd (polycultuur), dan kan de opbrengst plantaardige olie per hectare die van palmolie evenaren, en zelfs voorbijgaan.
Berekend vanuit de opbrengst van 4 verschillende boomsoorten waar wij met de stichting Masarang mee werken (de kemiriboom (Aleurites moluccana), kokospalm, tengkawang (Shorea Stenoptera) en cacaoboom), is het mogelijk per hectare een opbrengst van ruim 3000 kg olie per hectare per jaar te halen. Een andere boom, de suikerpalm (Arenga pinnata) kan de opbrengst nog vele malen vergroten. Deze boom, die het best in een gemixt bos groeit en niet in een monocultuur, produceert dagelijks gemiddeld 2 kg suiker per boom. Deze suiker kan door middel van micro-organismen omgezet worden in lipiden, die als grondstof kunnen dienen voor veel producten die nu van palmolie worden gemaakt. Als er in de bovengenoemde mix slechts 30 bomen van deze soort bijgemengd zouden worden, mogen we er nog ruim 8700 kg olie-equivalent bij optellen!

Verzamelen van tengkawangnoten. Het vet uit de noten van deze op Borneo inheemse boom zijn een prima alternatief voor palmolie | © Dirk-Jan Oudshoorn
Daar komt nog bij dat de grond van een hectare beplant met oliepalmen na 1 of 2 productiecycli (dat wil zeggen 25-50 jaar) zodanig uitgeput en vervuild is door hevig gebruik van kunstmest, pesticiden, insecticiden en herbiciden, dat het daarna onbruikbaar is voor landbouw. Over langere periodes zal de gemiddelde opbrengst van oliepalmplantages dus hard omlaag gaan.
Het werken met een polycultuur brengt nog meer voordelen met zich mee. Het gebruik van kunstmest, pesticiden, insecticiden en herbiciden is niet nodig, waardoor de zware vervuiling van de grond, het grondwater, de rivieren en de oceanen wordt voorkomen. Er is ook minder risico dat de hele oogst mislukt als gewassen door ziektes worden aangetast, omdat er minder ziektes voor zullen komen in een gemixte opzet, en bovendien niet alle gewassen zullen worden aangetast. En in de gemixte bossen kunnen tussen de plantaardige olieproducerende gewassen ook andere waardevolle gewassen worden verbouwd zoals bamboe, verschillende soorten fruitbomen, koffie en bomen voor de productie van hout.
Bovendien kunnen vervangende gewassen als koolzaad, zonnebloemolie of hennepolie op een veel groter deel van de aardoppervlakte groeien, dus er hoeft geen regenwoud voor gekapt te worden.
Inkomstenbron lokale bevolking
Het argument van de RSPO dat palmolie voor veel mensen een belangrijkste inkomstenbron is kan ik niet ontkennen, maar of ze er een goede boterham mee verdienen is een tweede. Een hectare palmolie biedt 0.11 banen per hectare. De polycultuurplantage uit het rekenvoorbeeld hierboven kan 10 mensen per hectare een baan bieden. Dat is bijna een factor 100 meer. Ondanks de hogere arbeidskosten is het business model nog steeds winstgevend, dankzij de hogere kwaliteit en daarmee gepaarde hogere waarde van de producten. De lokale boeren hoeven dus zeker niet bang te zijn zonder werk te komen zitten, er zullen juist veel meer banen zijn (en ook voor hun kinderen en kleinkinderen), waardoor er per gezin ook meerdere mensen kunnen werken en er weer meer verdiend kan worden. Bovendien is het werk niet schadelijk voor hun gezondheid, omdat ze niet met schadelijke stoffen hoeven te werken.
Eigenschappen palmolie
En hoe zit het dan met de eigenschappen? Allereerst wordt 50% van alle palmolie die Europa binnenkomt gebruikt voor de productie van biodiesel. Hiervoor zijn de unieke eigenschappen van palmolie weinig relevant.
In de voedingssector wordt palmolie vaak geprezen om zijn hoge smeltpunt en de textuur. Het smeltpunt van kokosolie is echter vergelijkbaar met palmolie en die van tengkawangvet ligt zelfs nog hoger. De textuur is ook zeker te evenaren, bijvoorbeeld door deze twee laatstgenoemde soorten met elkaar te mixen. En de smaak van palmolie? Deze wordt er (net als bij de meeste andere plantaardige oliën) zodanig uitgefilterd dat er weinig van overblijft, dus ik vraag me af hoeveel je daarvan echt ‘proeft’.
De belangrijkste reden voor deze bedrijven om palmolie te gebruiken is waarschijnlijk toch de prijs; palmolie is een van de goedkoopste plantaardige oliën. We kunnen ons afvragen waarom dit zo is. Zou er een verband zijn met de ondermaatse salarissen, onteigende landeigenaren en de verre van milieuvriendelijke manier van produceren? Dit soort dingen maken het lastig om de prijs van verschillende oliën op gelijke voet met elkaar te vergelijken.
Palmolie vervangen door bijvoorbeeld kokosolie of tengkawang vet zal de prijs van verwerkt voedsel zeker omhoogdrijven. Maar wat is erger? Dat ons (doorgaans ongezonde) verwerkte voedsel duurder wordt, dat we er dan wellicht minder van gaan eten, we gezonder leven en voedselproducenten wat minder verdienen, of dat we zo door blijven gaan en de laatste bossen in Indonesië (en binnenkort ook Afrika en Zuid Amerika) en alles wat erin leeft volledig vernietigen…
Noot van de redactie: zaterdag 18 november schreef Raymond Hartman over de film die hij over de tengkawangfabriek maakte. Bekijk de film hier terug.
![]() |
Door: Dirk-Jan Oudshoorn |
Dirk-Jan Oudshoorn is project manager tengkawang en arenga suiker in West Kalimantan voor Masarang Indonesië en medeoprichter van een natuurlijk, palmolievrij skin care merk. | |