Palmolie is momenteel de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld en Nederland is één van de grootste afnemers. Palmolie is ook omstreden. Palmolie wordt gewonnen uit de vruchten van de oliepalm en de grote vraag naar palmolie leidt tot grootschalige ontbossing in tropische bossen voor de aanleg van uitgestrekte plantages. Plaatselijke gemeenschappen en inheemse volken worden van hun grond verdreven en verschillende diersoorten zoals de Sumatraanse tijger en orang-oetan worden door afname en versnippering van hun leefgebied tot de rand van uitsterven gebracht. Als deze industrie niet een halt wordt toegeroepen, zal dit ernstige gevolgen hebben. En dat terwijl het palmolievrij kan!
Palmolie is een plantaardige olie die wordt gewonnen uit de vruchten van de Afrikaanse oliepalm (Elaeis guineensis). Palmolie is nu voor meer dan 80% afkomstig uit Indonesië en Maleisië1. De bossen daar worden in hoog tempo gekapt of platgebrand, om plaats te maken voor palmolie-plantages. In de Indonesische provincies Sumatra en Kalimantan werd tussen 2000 en 2008 jaarlijks gemiddeld 5,35 miljoen ha. bos gekapt2, vooral ten behoeve van de palmolie-industrie.
In Indonesie alleen is tussen 2000 en 2012 in totaal 140.000 vierkante kilometer tropisch bos gekapt: een oppervlakte driemaal zo groot als Nederland3. Plaatselijke gemeenschappen en inheemse volken worden van hun grond verdreven om plaats te maken voor deze industrie. Hierdoor verliezen zij toegang tot hun oerwoud, waar zij hun voedsel, medicijnen en inkomsten uit halen. Daarnaast worden omliggende stukken grond en het water vergiftigd door kunstmest en bestrijdingsmiddelen die op de palmolie-plantages worden gebruikt. Diverse diersoorten zoals de Sumatraanse tijger en orang-oetan worden door de verwoesting van hun leefgebied bedreigd met uitsterven.